Tekstbegrip E7
(c) lib-oefenen.nl
Laat alle vragen zien
<=
=>
Lees eerst de tekst. Maak dan de vragen.
Wat past het
best
op de plaats van de 1?
?
bospad
?
bergpad
?
maanpad
?
dorpspad
Waar wachtte Marie in het begin op?
?
op Daan, die moest terugkomen van een plasje in het bos
?
op Daan, die de herberg nog moest verlaten
?
op Daan, die zich voor de gein verstopt had
?
op de weerwolf
Lees:
Nijdig ... beweging.
(regel 8-9)
Waarom wachtte Marie niet langer op Daan?
?
omdat de bossen bij Engbergen als onveilig bekendstonden
?
omdat Daan geen antwoord gaf
?
omdat ze boos was
?
omdat Daan dronken was
Wat past het
best
op de plaats van de 2?
?
Hoewel
?
Omdat
?
Waardoor
?
Of
Lees:
Toen ... lachen.
(regel 20-23)
Hoe kun je
aanvankelijk
anders zeggen?
?
in het begin
?
uiteindelijk
?
helemaal
?
ten slotte
Waarom beëindigt de schrijver de tekst met 3 puntjes?
?
De lezer kan hier een conclusie trekken.
?
Dan begrijpt de lezer dat het verhaal nog niet is afgelopen.
?
De schrijver weet niet hoe het verder gaat.
?
Dan begrijpt de lezer beter dat het verhaal is afgelopen.
Welke conclusie hoopt de schrijver dat de lezer trekt?
?
Daan is dezelfde persoon als de weerwolf.
?
's Avonds kun je beter niet het bos ingaan.
?
Het is verstandig om een doek om te slaan, als je het bos in gaat.
?
Wat je ook eet, er blijven altijd resten achter tussen je tanden.
OK