Werkwoorden E7
(c) lib-oefenen.nl
Vul de juiste werkwoordsvormen in.
1. Na het kamp van vorige week (maffen)
Jill 13 uur achter elkaar.
2. Heb je het zelf al (proberen)
?
3. Hoe (worden)
je zo snel mogelijk rijk?
4. Enkele rotsen (brokkelen)
toen al af.
5. Heb je hem echt (geloven)
?
6. Het sieraad (glimmen)
weer mooi, toen ik het gepoetst had.
7. Opa (biljarten)
nog regelmatig, toen hij in het verzorgingstehuis opgenomen was.
8. Zal de haai onze tijd (overleven)
?
9. Morgen (snellen)
Maud direct uit school naar de speelgoedwinkel.
10. Op dat moment (weten)
we nog niet, dat het al te laat was.
Check
Hint
OK