In welke zin zijn de dikgedrukte woorden allebei goed gespeld?
- Oma vond de hulpverleners bijzonder zorgzaam.
- Oma vond de hulpverleeners bijzonder zorgzaam.
- Oma vond de hulpverleners bijzonder zorgsaam.
- Oma vond de hulpveerleners bijzonder zorgsaam.
In welke zin zijn de dikgedrukte woorden allebei goed gespeld?
- Het officiële verslag kunnen we pas na de vakantie lezen.
- Het officieele verslag kunnen we pas na de vakantie lezen.
- Het officiële verslag kunnen we pas na de vakansie lezen.
- Het officiele verslag kunnen we pas na de vakansie lezen.
In welke zin zijn de dikgedrukte woorden allebei goed gespeld?
- Het was fantastisch om te zien hoe de mensen van het geluid van de claxon schrokken.
- Het was fantasties om te zien hoe de mensen van het geluid van de claxon schrokken.
- Het was fantastisch om te zien hoe de mensen van het geluid van de clakson schrokken.
- Het was fantasties om te zien hoe de mensen van het geluid van de clakson schrokken.
de meester zei tegen de kinderen kom snel naar het sportterrein
Welk onderstreept woord moet met een hoofdletter worden geschreven?
- kom
- meester
- tegen
- sportterrein
de topografietoets ging over de landen van europa afrika en australië
Achter welk onderstreept woord moet met een komma worden gezet?
- europa
- topografietoets
- over
- australië
de week erna gingen we fietsen op mountainbikes over bergpaden dat was zwaarder dan we dachten
Achter welk onderstreept woord moet met een punt worden gezet?
- bergpaden
- fietsen
- mountainbikes
- zwaarder
In welke zin is het zelfstandig naamwoord onderstreept?
- Vanwege buitenspel werd het mooie doelpunt afgekeurd.
- Waarom zal een scheidsrechter zo'n mooi doelpunt afkeuren?
- Het mooie doelpunt werd afgekeurd vanwege buitenspel.
- Waarom keurde de scheidsrechter het mooie doelpunt af?
Ik heb je hiervoor gewaarschuwd.
Wat is het gezegde in deze zin?
- heb gewaarschuwd
- heb
- gewaarschuwd
- ik
Welk onderstreept deel is de hoofdzin?
- Ik doe niet mee aan schoolvoetbal, omdat ik al drie keer per week aan karate doe.
- Ik doe niet mee aan schoolvoetbal, omdat ik al drie keer per week aan karate doe.
- Ik doe niet mee aan schoolvoetbal, omdat ik al drie keer per week aan karate doe.
- Ik doe niet mee aan schoolvoetbal, omdat ik al drie keer per week aan karate doe.
In welke zin is het lidwoord onderstreept?
- Mijn spreekbeurt gaat over een bedreigd diersoort.
- Mijn spreekbeurt gaat over een bedreigd diersoort.
- Mijn spreekbeurt gaat over een bedreigd diersoort.
- Mijn spreekbeurt gaat over een bedreigd diersoort.